Manwerk is het meest spectaculaire onderdeel van de africhting. Helaas vormt de leek een snel maar onterecht oordeel van bijtgrage hond. Manwerk binnen de VDH voldoet aan strenge eisen waarbij de hond streng onder appél moet staan. Agressieve honden zijn niet gewenst. De hond wordt op een eerlijke manier opgebouwd en deze geleerd op een speciale mouw te bijten en dat nergens anders gebeten mag worden. Tijdens het manwerk wordt de belastbaarheid getest. Vaak staat de geleider op grote afstand, dus wordt verwacht dat de hond genoeg moed en vechtlust bezit. De hond wordt opgebouwd beginnend met een jutezak. Hierna gaat men naar een bijtrol waarna een jonge honden mouw de volgend prooi is. Uiteindelijk moet de hond in staat zijn om op een harde mouw fatsoenlijk te bijten. Geleerd wordt dat de MOUW de prooi is waar de hond voor werkt. Tijdens het manwerk moet de hond een vaste en volle beet tonen en bestand zijn tegen stem en stokdreigingen van de pakwerker. Tijdens het gevecht tussen hond en manwerker worden stokslagen gegeven. Dit gebeurt met de zgn. softstok en alleen op beschermde delen van het lichaam van de hond. Na het manwerk is het perfect mogelijk om met de hond tussen de mensen te lopen. Het mag duidelijk zijn dat we niet bezig zijn een agressieve Duitse herder te maken maar het werken met de hond als een hobby zien voor zowel de hond als geleider.